De overgang: wie begint erover?
Vrouwen praten er niet zo graag over. Ze houden zich sterk en wijken niet voor hun verantwoordelijkheden in de zorg. Laat ik het onderwerp dan maar aansnijden. De overgang. Een beetje schroom voel ik wel. Welke man mag hier iets van vinden? Maar ja, dat is nu net een deel van het probleem. Te weinig mannen denken hierover na. Dus ook de mannelijke leidinggevende in de zorg niet. Laat staan dat ze dit onderwerp bespreekbaar maken. Geheel onterecht...
Waarom onterecht? Omdat er meer dan een half miljoen vrouwen in de leeftijd tussen de 40 en de 60 jaar in de zorg werkt, van wie 64% overgangsklachten ervaart. Dan praat je over ruim 330.000 vrouwen! Waarom maken hier dan nog maar zo weinig werkgevers beleid voor? Te onbekend? Taboe? Of ligt het aan het feit dat bestuurstafels nog steeds vooral worden bevolkt door mannen? Mannen die nog te weinig notie hebben van de schaal en de impact?
Groeiend vraagstuk
Wie zal het zeggen? Maar laten we daar snel verandering in brengen. Ik ben zelf natuurlijk ook geen ervaringsdeskundige maar weet wel dat dit een serieus en groeiend vraagstuk is. De groep werkende vrouwen in de zorg is gegroeid. De gemiddelde leeftijd loopt op en vrouwen blijven langer in het arbeidsproces. Bedenk bovendien: we hebben ze daar ook hard nodig!
Dat klachten vaak niet zomaar te herkennen zijn als overgangsklachten, maakt dit onderwerp er niet makkelijker op. Klachten die ook nog eens ernstige vormen kunnen aannemen, zeker als je ze negeert. Het ziekteverzuim bij de groep vrouwen van 40 tot 60 jaar ligt beduidend hoger dan bij hun mannelijke leeftijdsgenoten. Genoeg medemenselijke en zakelijke overwegingen om er actief aandacht aan te besteden. Maar wie pakt de handschoen op? Wie begint erover?
Ronald Kip
Algemeen directeur IZZ