Minder werkdruk op de SEH? Het kan!
Het onderzoek psychosociale arbeidsbelasting op de SEH werd uitgevoerd door Universiteit Leiden in opdracht van Stichting IZZ en de deelnemende SEH’s. De eindmeting is uitgevoerd in de zomer van 2019. Heeft het project geleid tot een verbetering van het organisatieklimaat, de werkfactoren en de gezondheid van SEH-medewerkers? Ja, ja en (nog) niet zijn de respectievelijke antwoorden.
De communicatie met medewerkers over de aanpak van PSA is verbeterd.
Wat hebben onderzoekers Nathal de Wijn en Margot van der Doef (Universiteit Leiden) nog meer aangetoond? Het proces waarlangs interventies worden geïmplementeerd is gemiddeld genomen verbeterd. De communicatie met medewerkers over de aanpak van PSA is verbeterd. Zo worden zij eerder en vaker in het veranderproces betrokken. Er worden bovendien meer medewerkers bereikt met de maatregelen en de tevredenheid over de interventies en veranderbereidheid namen toe.
Deelnemende ziekenhuizen ondernamen 358 initiatieven: 113 voorbereidende acties (bijvoorbeeld opstart werkgroep, bijhouden patiëntenstromen, verder onderzoek naar bepaalde knelpunten) en 245 interventies (bijvoorbeeld aannemen meer personeel, instellen bedrijfsopvang, invoeren zelfroosteren).
In gesprek
Heerste in 2017 op veel SEH’s nog een organisatieklimaat met weinig aandacht voor PSA, anno 2019 is de situatie in veel ziekenhuizen gekanteld. SEH’s die zijn gestart met de IZZ-aanpak InDialoog of een vergelijkbare methode laten een duidelijke verbetering van het organisatieklimaat zien. In gesprek gaan met medewerkers over ervaren knelpunten en manieren om deze aan te pakken wérkt.
In organisaties met een gunstig organisatieklimaat is er op alle niveaus van de organisatie (bestuur, management, leidinggevenden en team) oog voor PSA. Zij ondernemen actie om deze PSA zo veel mogelijk te reduceren en betrekken medewerkers actief bij de aanpak van de gesignaleerde problematiek.
Lichte verbetering werkeisen
Op het gebied van werkeisen laten de deelnemende SEH’s gemiddeld genomen een afname zien. De werkdruk en emotioneel belastende situaties zijn in ongeveer de helft van de ziekenhuizen afgenomen. Dat laat onverlet dat bij de eindmeting nog steeds meer dan de helft van de medewerkers aangeeft dat zij niet voldoende tijd hebben om goede zorg te verlenen aan patiënten.
Deelnemende ziekenhuizen zoeken naar creatieve oplossingen om de werkdruk terug te dringen. Het aanbod aan gediplomeerde SEH-verpleegkundigen is beperkt, dus richten ziekenhuizen hun pijlen op algemeen verpleegkundigen, bachelor medisch hulpverleners en vrijwilligers. Zij kunnen hun SEH-collega’s op allerlei manieren ontlasten.
Gebruik hulpbronnen
Er zijn grote verschillen tussen de deelnemende SEH’s als het gaat om de zogeheten hulpbronnen, en de mate waarop zij op aspecten als autonomie, sociale steun en ontwikkelingsmogelijkheden veranderen. Bij hulpbronnen gaat het om factoren die medewerkers helpen om met de eisen van het werk om te gaan. Gemiddeld genomen zijn de ziekenhuizen vooruitgegaan op de belangrijkste knelpunten uit 2017: autonomie (beslissingsruimte), personeelsbezetting en herstel tijdens werk.
Sommige ziekenhuizen zien een achteruitgang op bepaalde aspecten waar collega-ziekenhuizen juist positief scoren. Dat is bijvoorbeeld het geval bij sociale steun leidinggevende en hersteltijd op het werk.
Soms is er een praktische verklaring voor de bevinding dat medewerkers meer sociale steun van hun leidinggevende ervaren: er is een nieuwe manager aangetreden. Maar er zijn ook leidinggevenden die hun gedrag en werkwijze hebben aangepast, niet zelden naar aanleiding van de startmeting in 2017.
Pauzes? Daar kwamen de meeste SEH-medewerkers in 2017 niet aan toe. De SEH’s die het belang van pauzes bespreekbaar hebben gemaakt en hiervoor faciliteiten hebben getroffen, scoren inmiddels veel beter op herstelmogelijkheden.
(Nog) geen effect op gezondheid en welbevinden
Alle verbeteringen in de omstandigheden ten spijt is er nog geen sprake van een zichtbare verbetering in gezondheid en welbevinden van SEH-medewerkers. Gemiddeld genomen is er sprake van een toename van burn-outklachten. In de eindmeting scoort ruim 40% van de medewerkers (zeer) hoog op emotionele uitputting. Het aantal medewerkers met slaapklachten is over de gehele linie gestegen. Een zorgelijke ontwikkeling gezien het belang van slaap voor lichamelijk en mentaal herstel.
Voor zichtbare effecten op gezondheid is meer tijd nodig.
Een mogelijke verklaring voor het uitblijven van een positief effect van de interventies op de gezondheid is de tijdspanne. De periode tussen de inzet van interventies en de eindmeting is erg kort. Voor zichtbare effecten op gezondheid is meer tijd nodig. Dat blijkt ook uit eerdere wetenschappelijke onderzoeken van IZZ.
Gewoon doorgaan
De onderzoekers zijn ervan overtuigd dat de geboekte verbeteringen in organisatieklimaat en werkfactoren uiteindelijk leiden tot gezondere en vitalere medewerkers. Alle reden dus om op de ingeslagen weg door te gaan. Veel ziekenhuizen zetten in op preventieve acties, maar er zijn nog weinig interventies gericht op ondersteuning van medewerkers die al klachten ervaren. Naast de inzet van gerichte interventies om de PSA te reduceren, is het belangrijk om medewerkers met ernstige stressgerelateerde klachten behandeling en ondersteuning te bieden.